George Nelis heeft de nobele gedachte opgevat om zijn Tour des Trappistes te voet af te leggen. In regelmatige bijdragen vertelt hij over zijn pelgrimstocht.
Tour des Trappistes: van Westvleteren naar Mont des Cats deel 4
Na de mis van zeven uur en het Franse ontbijt, mokken dampende café au lait en ook voor ons Ollanders, smeuïge Mont des Cats-kaas, maken we een korte en kille wandeling om het klooster. “Le magasin”, waar ook het Mont des Cats-bier verkrijgbaar is, is nog niet geopend, en op het weidse veld aan de overkant tuurt een 200 meter hoge televisiemast in de mistige ruimte. Vanuit de kloostertuin, begrensd door bonkige muren en in een winterse rust, hebben we goed zicht op het imposante gebouw, de grootse kerk. Een mooie kerk, met de schoonheid die met de jaren komt, met licht verweerde stenen, ietwat vervaalde kleuren en hier en daar het begin van een scheur.
We proberen uit te zoeken hoe we, niet wandelend, weer terug bij de abdij van Westvleteren kunnen komen. Van openbaar vervoer is in deze uithoek geen sprake en ook frère Pierre en de Nederlands sprekende père Bruno kunnen, hoe behulpzaam ook, ons geen panklare oplossing aanreiken.
En als bij frère portier de telefonische speurtocht naar een taxi eindelijk contact maar ook een wachttijd van enkele uren oplevert, besluiten we terug te gaan lopen, in de regen.
Als we naar beneden lopen en een stevige wind ons weg doet duiken in onze jassen, overdenk ik ons korte verblijf. Wellicht te kort om Mont des Cats op zijn juiste waarde te schatten, maar ergens mis ik iets, misschien wel de verbintenis met de andere gasten.
Na ruim vijf kilometer noordwaarts op de grens Frankrijk – België te hebben gebalanceerd, komen we in Abele aan. Een bushalte trekt mijn aandacht. Belbus nummer 69 vertrekt alhier en kan ons bij de abdij van Westvleteren doen geraken. Dat scheelt ons ruim twee uur wandelen. Aan de overkant van de weg ontwaren we café ’t Kommiezenkot. Dit ex-douanegebouw verloor eind negentiger jaren zijn functie, waarbij de passende entree, compleet met een levensechte douanebeamte achter glas en rood stoplicht, de geschiedenis levend houdt. Binnen ontmoeten we Wally, een tot over de landsgrenzen beroemde vertolker van Elvis zijn grootste successen, die na twintig jaar optreden en “socissen en koteletten” het grote podium heeft ingeruild voor dit intieme café. We bellen de belbus, maar krijgen ook hier te horen dat we enkele uren geduld mogen hebben. De zoon van Wally biedt spontaan de helpende hand of, beter, het helpende stuur, want hij brengt ons graag met de wagen.
Voor mij het signaal voor een straffe St. Bernardus Abt, en voor Wally de gelegenheid om ons te verrassen met een privé optreden. Hij bestijgt het kleine podium en neemt met zichtbare ervaring de microfoon ter hand. De door Wally vertolkte nummers zijn een feest van herkenning voor Frank, die de benen niet stil kan houden en uit volle borst meezingt.
Na dit weergaloze en waardige optreden brengt zoon Simon ons in de stromende regen naar de abdij van Westvleteren, waar we na een “afzakkertje”, voor mij de Westvleteren 12, de thuisreis aanvaarden, tevreden over de tocht tussen en dankbaar voor de blik die we in beide abdijen mochten werpen.
Tekst & foto’s: George Nelis