12 reacties

“Open-deur” bij de Trappisten in Stift Engelszell … een verslag !

Frans Brits en Rita Vinck zijn al jaren de bezielers van de wereldvermaarde Trappistenfeesten in de kapel in Niel (AN). Samen hebben ze al heel wat Trappisten kloosters en brouwerijen bezocht. Voor TrappistBier Beleven brengen ze verslag uit van hun bezoek aan de “Open-deur” van de Oostenrijkse Trappistbrouwerij Stift Engelszell. Lees hieronder hun verhaal gespekt met unieke fotos !

Aangespoord door een artikel op TrappistBier Beleven over de bieranstich van het Oostenrijks Trappistenbier, en aangezien een geplande reis naar Frankrijk niet kon doorgaan, hebben we dan maar de steven gewend naar Ober Oostenrijk. Na de nodige culturele tussenstops arriveerden we op 30 juni aan de oevers van de “scheune” maar niet zo blauwe Donau (volgens de pensioneigenaar had Johan Strauss een neut op toen hij de titel bedacht). Eerste ontgoocheling : de 76m. hoge toren van de abdijkerk stond in de steigers, niet zo erg. De tweede ontgoocheling : de abdijpoort – annex winkel – was open tot 17u00, 10 minuten te laat gearriveerd dus. Derde en grootste ontgoocheling : de affiche van het Gregoriusbier , maar met de vermelding “Bin ausverkauft, zurück am 1 juli” . Gelukkig lag ons pension slechts 8 km. verder, en hadden we geboekt tot 2 juli. Dan maar een kijkje genomen in de kerk. Rechts in de narthex, stond een etalagekast met aan de ene zijde een gepolychromeerd beeld van de H. Bernardus van Clairvaux, aan de andere zijde, kon men een videoboodschap bekijken en beluisteren van Abt Marianus Hauseder. (blijkbaar een tijdelijk initiatief van alle kloosters in Ober Oostenrijk “Treffpunkt Kloster-leben” genaamd). Hij vertelde onder andere, dat bewuste kerk de mooiste rococo kerk van Oostenrijk is. Inderdaad toen we de kerk betraden, kregen we als het ware een cultuurschok. Indien je reeds verschillende Trappistenkerken bezocht hebt in binnen- en buitenland, dan valt vooral de eenvoud op, wit bepleisterde muren of naakte steen. Hier vele beelden, schilderijen, fresco’s en overvloedig stucwerk en goud, inderdaad rococo dus. Ook vrij luguber; de vier glazen schrijnen, met daarin de in vol ornaat aangeklede stoffelijke resten van zogenaamde catacomben heiligen. Iets dat we ook reeds in Italië hadden gezien, maar in onze contreien erg ongewoon is. Dan maar het pension opgezocht, en ‘s anderendaags na het ontbijt, op onze schreden teruggekeerd naar Engelhartszell. De kloosterwinkel was uiteraard open, even rondkijken. De Gregorius affiche met “uitverkocht” nadrukkelijk aanwezig op de vitrinekast. In deze kast een uitstalling van de likeuren die de abdij vervaardigt, en die trouwens het “ATP” logo voeren. Verder zijn er kaarsen, boeken en andere devotionalia te koop, zoals een goede abdijwinkel betaamt. Bij de kassa viel ons oog op een formulier voor zowaar een rondleiding. € 5/pers. Minstens 10 deelnemers en na afspraak. We zijn maar met drie, toch even geïnformeerd bij broeder portier. Om 11u00 is er een rondleiding voorzien voor een groep van het Rode Kruis, we kunnen daarbij aansluiten. Het duurt even, vorige groep waren gehoorgestoorden, dus er viel wat overgezet te worden in gebarentaal. Onze groep bestaat ook voor een aanzienlijke groep rolstoelgebruikers, maar uiteindelijk vind iedereen zijn plaats in de kerk, alwaar de rondleiding start. De gids van dienst is niemand minder dan vader abt himself. Aangezien de brave man rad Oostenrijks praat, gaat er wel wat van de uitleg verloren, maar we krijgen toch een duidelijker beeld over de geschiedenis van de abdij.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Even in een notendop: De abdij werd in 1293 gesticht door de toenmalige bisschop van Passau, Wernhart von Prambach. Met de eigenlijke stichting werden de Cisterciënsers van de abdij van Wilhering bij Linz bedacht. Abt Berthold werd de eerste, in een rij van ongeveer veertig abten, van het klooster “Cella Angelorum” (de kloostercel der engelen) zoals het nieuwe klooster zou heten. De beginjaren zijn erg vruchtbaar, reeds snel bezaten ze huizen in Passau en Weinbergen, en kwamen er stichtingen in Neder Oostenrijk. Zoals bij kloosters kent ook Stift Engelszell, in de loop zijner geschiedenis, zijn ups en downs (Oorlogen, reformatie,…) In 1699 verwoest een brand bijna het toenmalige klooster, de bibliotheek en het ganse archief, inclusief de stichtingsoorkonden blijven in de brand. Onder abt Leopold Reichl, komt er een nieuwe bloeiperiode. Abt Reichl zal zich ook ontpoppen tot groot bouwmeester, onder zijn bewind wordt de huidige abdijkerk in Rococostijl gebouwd. In 1770 verordent keizer Jozef II (de keizer koster) dat alle contemplatieve kloosters in zijn rijk gesloten dienen te worden wegens niet productief. In 1786 wordt de abdij opgeheven, en komt het in verschillende handen van meestel adellijke families terecht. Na WO I wordt de Elzas opnieuw Frans grondbezit. De duitstalige monniken van het Trappistenklooster Oelenberg, moeten het land verlaten. Na enige omzwervingen nemen de Trappisten officieel op de feestdag van O.L.V. Hemelvaart in 1925 het huidige klooster in bezit. De groep zal aangroeien van 58 tot 73 broeders. Echter na de Anschluss door de Nazi’s komt de gestapo in 27 juli 1939 aankloppen, en moet het klooster opnieuw verlaten worden wegens staatgevaarlijk. De monniken worden in het leger of in de arbeidsdienst opgenomen, andere vluchten, vijf worden naar het concentratiekamp Dachau overgebracht, vier zullen er niet meer uit terugkeren. Na de chaos van de Tweede Wereldoorlog, keren enkele monniken terug naar Engelszell, die gebruikt wordt door vluchtelingen . Later komen ook monniken uit het voormalige klooster Mariastern (Marija Zvijeda) in Banjaluka, Bosnië naar Stift Engelszell. Opnieuw komt het monastieke leven op gang, momenteel verblijven er nog zeven kloosterlingen.

Na de uiteenzetting over de geschiedenis, volgt er nog wat informatie over het kerkinterieur. Zo vernemen we dat in 1839 tijdens renovatiewerken het dak van de hoofdbeuk om onduidelijke reden was ingestort. Bij een renovatie door de Trappisten tussen 1953-1957 werd een opdracht uitgeschreven voor een nieuw fresco met als thema “ de koren der engelen met Maria als hun Koningin” . De opdracht werd uiteindelijk toevertrouwd aan prof. Fritz Fröhlich (1910-2001). Die een kubistisch, met een barok kleurenpalet fresco aanbracht. (de kunstenaar zou jaren later met een groep studenten die naar ’t schijnt meer oog hadden voor de oorspronkelijke fresco’s, de kerk bezoeken, en liet de abt weten dat hij eigenlijk kwam kijken of ze het nog niet overschilderd hadden).

Daarna met het ganse gezelschap via de oude kloostertuin, naar een zaaltje alwaar een diavoorstelling meer info gaf over het ontstaan en leven der Trappisten. (Vader abt sloop even weg, waarschijnlijk om te zeggen dat ze zijn patatjes moesten warm houden). Nadien nog wat uitleg in het voormalige kloostervierkant. We vernamen hier dat het grootste gedeelte van de gebouwen verhuurd was aan Caritas, een instelling voor gehandicaptenzorg. Door nieuwe verordeningen van de Oostenrijkse staat, voldeden de gebouwen niet meer aan de nieuwe normen, maar aangezien de abdij onder “Denkmalschüts” valt, mogen er niet zomaar verbouwingen worden uitgevoerd. Het heeft dus een nieuwe moderne vleugel aangebouwd, die architecturaal passend aansluit bij de oude gebouwen. In de vrijgekomen ruimtes wordt een ouderlingentehuis ondergebracht. Hier nam abt Marianus afscheid van de groep, maar sprak ons persoonlijk aan, omdat hij geïnformeerd was dat we niet bij de groep behoorden. We kregen van hem nog een privé rondleiding door het oudste gedeelte van de abdij, waaronder de kapittelzaal, de enigste ruimte die de grote brand van 1699 had doorstaan. Nadat we hem hadden uitgelegd dat we reeds contact met hem hadden opgenomen, in verband met onze Trappistenfeesten, kregen we wat meer info over de brouwerij. Ze werd gebouwd door een nog jonge firma. Na de opstart is deze firma naar Kazakstan vertrokken, om daar ook een brouwerij te bouwen. Men kreeg echter in de abdijbrouwerij een grote panne, gezien al de medewerkers van de firma in Kazakstan aan het werk waren, heeft men in Engelszell zes weken moeten wachten, voordat de panne hersteld kon worden. Een jammerlijke uitstel voor de officiële introductie dus, verder waren er nog wat problemen met de etikettering, Het bottelen gebeurt in de Premonstratenzer kloosterbrouwerij van stift Scklägl. Reden dus dat de productie nog niet volledig op punt staat. Na de aangename babbel met vader abt, overhandigde we hem een geschenkje, een six-pak met één trappstenbier uit elke Belgische Trappistenbrouwerij, waar hij zeer verheugd om was. Dan was het dus afwachten tot zondag 1 juli voor de officiële Bieranstich.

Bewuste zondag zo vlug mogelijk op pad, omdat vader abt voorspeld had dat het bier snel uitverkocht zou zijn. Net na openingstijd van de kloosterwinkel was er nog niet veel drukte. Wij dus naar de kassa om “sechs” Gregoriussen. De lieve dame schrok zich bijna een tirolerhoedje toen ze begrepen had dat we sechs six-paks bedoelden. Niet echt goedkoop het Oostenrijks Trappistenbier, € 2,50/fles, bij aankoop van een six-pack. Nadat de buit veilig weggeborgen was in de auto, naar de feesttent om te “frühshoppen”. Ook daar nog niet al te veel begankenis. Echter geen Gregorius te bekomen. Die zou pas verkrijgbaar zijn na de officiële voorstelling, en gezien het om een erg sterk bier gaat beginnen we er best niet te vroeg mee, vertrouwde de brave man ons nog toe. Dan maar een Kapsreiter gedronken. De officiële voorstelling was dus zoals reeds aangehaald omstreeks de middag, na de H.mis. Gezien niet enkel het lichaam moet gevoed worden, wij dus in ons Trappistenfeesten t-shirt, tussen de zondagse drindl’s en lederhösen , naar de kerk. Na afloop opnieuw vol goede moed naar de feesttent. Nog steeds geen Gregorius te bekomen.

Het valt blijkbaar moeilijk om een paar honderd fruhschoppende Oostenrijkers stil te krijgen. De moderator ; en zelfs later vader abt of de brouwmeester en de andere gastsprekers slaagden er in ieder gaval niet in. Gevolg dat we niet veel hebben meegedragen van de gestelde vragen en gegeven antwoorden. Wel hebben we onthouden dat de Trappistenbrouwerij, samen met zeven andere brouwerijen deel uitmaakt van een brouwerijconsortium “Bier Region Innviertel” . Het is trouwens meteen ook het sterkste bier uit hun assortiment , 9.7 %, (stamwortgehalte 20°)de eerste volger beschikt slechts over 5,7%. Er was dan ook een golf van verontwaardiging te horen toen de abt het voornoemde alcoholpercentage bekendmaakte, (De Oostenrijkse bierdrinkers zijn dan ook niet veel gewend). Toen onze aandacht even afdwaalde, zagen we plots iemand op blasfemische wijze (van het flesje dus) van een Gregorius drinken. Snel naar de kassa, de Gregorius was nog steeds niet vrijgegeven, enkel in de kloosterwinkel. Mijn dochter vestigde mijn aandacht erop, dat de rugopdruk van mijn t-shirt (Trappistenfeesten Niel) erg in de belangstelling stond, er was zelfs meer belangstelling voor dan voor de exposé van een blijkbaar zelfverklaarde bierpaus, (een plaatselijke versie van Jef Van Den Steen waarschijnlijk). En wie schetst er mijn verbazing, toen ik plots op de schouder getikt werd, en zowaar een flesje Gregorius aangeboden kreeg ? ‘k Moest er wel eerst mee op de foto “aus Belgiën, der Bierhimmel SUPER”.

En dan uiteindelijk het moment waarvoor we eigenlijk gekomen waren. Eerst nog een leeg glas zoeken, en dan voorzichtig uitschenken en proeven. Donkere rood- tot bijna zwartbruine kleur, een zeer moutige neus. Een aroma en smaak van gebrande mout ,te vergelijken met de Duitse Schwarzbieren (b.v. Köstritzer) of een stout, of het Belgische Patrache bier. Een vleugje caramel, en bittere chocolade, wat typisch is voor de donkere moutsoorten. Bij opwarming in de mond is zelfs een toets van honing waarneembaar, deze honing, uit eigen imkerij overigens, wordt gebruikt voor de nagisting op gang te brengen. Een droge wat bittere afdronk. Ik moet Danny Van Tricht volmondig beamen, het mist duidelijk nog body, komt misschien nog, we zullen er in ieder geval later nog wel één proeven. Misschien dat het bier voorlopig nog onvoldoende lagertijd krijgt, om aan de vraag te kunnen voldoen ? Ondertussen gaat de voorstelling op het podium verder, af en toe onderbroken door een deuntje van de plaatselijke blaaskapel. En dan is het grote moment aangebroken, een houten vaatje Gregorius wordt het podium opgedragen, en even later, onder het toeziend oog van vader abt, de brouwmeester en andere genodigden, wordt er een kraan in het vat geklopt en kan de nieuwe Trappist eindelijk vloeien. Wij hadden hem al geproefd, en hebben ondertussen wat honger gekregen, dus even weg uit de feesttent, noedels , zuurkool en braadworst, staat niet hoog op ons culinair verlanglijstje. Eigenlijk kwam de ganse bedoening nogal commercieel over, we zien dit niet direct in België gebeuren bij de introductie van een eventueel nieuw trappistenbier.

In de kloosterwinkel verkoopt men overigens ook een abdijkaas, die volgens een recept van Engelszell vervaardigd wordt in de Cisterziënserabdij Shlierbach. Het is een wat pittige Chaume, die volgens mij, best wel eens een synergetische conjunctie zou kunnen vormen met de Gregorius . Misschien zelfs de lebkuchen, die verkocht worden ter renovatie van de abdijkerk zouden wel eens kunnen smaken met het Trappistenbier. Maar we moeten nog terug, want om 14u00 is er een bezoek aan de brouwerij gepland. Nu brouwerij, het is eigenlijk maar een brouwerijtje. Volledig volautomatisch, begint ‘s morgens uit zichzelf te lopen op een door de brouwmeester bepaald tijdstip. Vier inox ketels en zes inox cilindro-conische gistings- annex lagertanks. Een capaciteit van 2000 hl/jaar, die echter door de lagercapaciteit beperkt is tot 1800 hl./jaar. Er wordt gebruikt gemaakt van hoppellets, en gist uit de Elzas. Maar volgens de brouwmeester staat het proces nog niet volledig op punt, en wordt er nog geëxperimenteerd met hop en gist. Er is ook reeds een contract gesloten met een Amerikaanse firma, regelmatig zal er een citern aankomen aan de brouwerij, die dan eenmaal gevuld, via de haven van Hamburg verscheept wordt, en in de USA zal worden afgevuld in flessen. Uiteraard dient het brouwschema hier rekening mee te houden. De naam Gregorius verwijst naar de eerste Trappistenabt van Engelszell, Broeder Gregor Eisvogel. Er wordt in de toekomst ook nog een blond bier verwacht, dat de naam Benno zal dragen, naar Abt Benno Stumpf.

Gezien de grote belangstelling is het in de kleine ruimte erg druk, en wordt er ook gevraagd om niet te lang te talmen, om eenieder de mogelijkheid te geven om rond te kunnen kijken. Vader abt komt ook even een kijkje nemen, hij herkent ons en er kan een praatje af. Ik vertel hem dat de smaak niet te vergelijken is met om het even welk ander Trappistenbier, dat was ook het opzet antwoordt de abt, om een totaal verschillend bier te brouwen. Op de vraag of er ook uitvoer komt naar België, zei hij dat dit voorlopig nog niet aan de orde is, maar dat het later eventueel wel bekeken kan worden. Wel is er een bezoek gepland van een pater uit Westvleteren, om alvast de procedure voor het bekomen van het “ATP” logo te evalueren.

Plots wijst iemand de abt de opdruk van mijn t-shirt. De logo’s worden probleemloos door de abt herkend, maar ‘k moet wel op de foto met een Gregorius ernaast want die ontbreekt.

Toen we later op de dag nog even langs de abdijpoort passeerden, was er opnieuw een briefje aangebracht bij de affiche van de Gregorius ”Bin leider ausverkauft, komme wieder am 15.august”. Op onze komende Trappistenfeesten zal er dus nog geen Gregorius te degusteren vallen, misschien volgend jaar.

Wij kunnen alvast weer een Trappistenbier aanvinken, als zijnde geproefd, en ook een Trappistenabdij, als zijnde bezocht. Eigenlijk twee, want op de terugreis hadden we de eer en het genoegen te mogen overnachten in het Trappistinnenklooster Gethsemani te Dannenfels.

De meegebrachte Gregorius ligt nu in de kelder te wachten,tot hij tot rust gekomen is na de lange reis, en zal zeker nog aan een grondige analyse onderworpen worden.

Tekst & foto’s : Frans Brits en Rita Vinck (Trappistenfeesten Niel)

©2012 TrappistBier Beleven

12 reacties op ““Open-deur” bij de Trappisten in Stift Engelszell … een verslag !

  1. Een mooi en boeiend verslag. Dank

  2. 15 augustus… schitterend. Ik kom op 9 augustus terug uit verlof in de streek… 😦

  3. Ik hoop toch echt dat er hoppellets in gaan, anders wordt het bier wel erg houtig.

  4. Pracht van een verslag

  5. Oeps ! Slip of the pen !

  6. @Treinjan : ? er staat toch dat er hoppellets in gaan 🙂

  7. goed gedaan jochie ! leuk geschreven trappistavontuur, en bedankt dat
    we het mochten lezen en bekijken.

  8. @ad van Stapper schoef: Nu enkel nog proeven zeker Ad ? 🙂

  9. ”Bin leider ausverkauft, komme wieder am 15.august”.

    Raar, zelf heb ik daar wat sixpacks gekocht op 23 juli

  10. @john
    de foto is nochtans niet gefotoschopt hoor John ! 🙂 inderdaad raar…

  11. Op zaterdag 22 september 2012 kochten wij het Gregorius-bier in ons eigen land aan 3,50 euro per stuk. 😉

  12. idd, bij dranken Geers in Oostakker. Was uiteraard op minder dan een week uitverkocht, maar er zou nog een lading toekomen, normaal. 😉

Plaats een reactie