Een reactie plaatsen

Tour des Trappistes: van Hoek van Holland naar Zundert

In het kader van de Tour des Trappistes, de pelgrimage die alle brouwende trappistenkloosters in Europa met elkaar verbindt, is vorig jaar het Engelse deel van de etappe Zundert – Mount St. Bernard (nabij Leicester) gewandeld, vanaf Harwich. Afgelopen week heeft George Nelis het Nederlandse deel van deze etappe gewandeld, van Hoek van Holland naar de abdij Maria Toevlucht in Zundert. Hieronder volgt het relaas van zijn aankomst bij en zijn verblijf in de abdij. 

Het flesje Tynt Meadow, het eerste trappistenbier van Mount St. Bernard, pak ik voor de laatste keer in m’n rugzak, want vandaag zal ik, na een kleine week geleden vanuit Hoek van Holland vertrokken te zijn, de abdij in Zundert bereiken. Ik wil deze fles graag aan broeder Christiaan, de brouwer in Zundert, aanbieden, zoals Peter Grady, de manager van de brouwerij in Mount St. Bernard, destijds een flesje Zundert 10 kreeg aangeboden. Dezelfde Peter heeft enkele flesjes Quintus, een eenmalig bier ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van hun brouwerij, naar de abdijwinkel van Zundert gestuurd. Ik hoop dat deze op tijd aan zullen komen, zodat ik ook deze broeder Christiaan kan aanbieden.

Het is een prachtige laatste wandeldag, het dunne laagje sneeuw knerpt onder m’n schoenen, er is nagenoeg geen wind en de zon straalt tussen de bomen. De hele week heb ik in winterse omstandigheden gewandeld, met vorst, sneeuw, hagel én zon. Bijzonder voor Nederlandse begrippen.

Na de boerderij en herberg ‘In den Anker’ komt de abdij rap in zicht. Dat ik deze abdij inmiddels enigszins ken, geeft me een vertrouwd gevoel. In de abdijwinkel vertel ik dat ik hier enkele dagen zal verblijven en hoor ik dat het pakket van Mount St. Bernard inderdaad is gearriveerd. In het abdijgebouw schud ik broeder Peter, hij is nu de gastenbroeder, de hand. Zijn onmiskenbare Duitse accent verraadt zijn afkomst, zijn twinkelende ogen zijn gevoel voor humor. Hij zal voor morgen een afspraak maken met broeder Christiaan. Met verse lakens en handdoeken ga ik naar mijn kamer. Deze straalt eenvoud uit, en rust. Tijdens de broodmaaltijd wordt er, nog steeds, in stilte gegeten. Er is brood en er is beleg. De eenvoud is treffend. Tijdens de gezamenlijke afwas deelt broeder Peter me mee dat ik broeder Christiaan morgen om 10.30 in het poortgebouw kan spreken.

Weer terug op mijn kamer open ik het pakket: in plaats van de aangekondigde twee flesjes, ontwaar ik er zes. Dat is genereus van Peter en nu kan ik er meerdere aan broeder Christiaan geven. Én er zelf ook enkele proeven dan wel weggeven. Veel tijd om nu te rusten is er niet, want de laatste dienst van de dag, de dagsluiting, dient zich al weer aan. Overigens is het aantal diensten terug gebracht naar vijf, dat maakt dat er meer ruimte is voor de diverse activiteiten van de monniken, ora et labora immers.

Na de laatste dienst is er voor de gasten gelegenheid om elkaar onder het genot van een kop thee dan wel koffie te spreken. En mijn stille hoop wordt bewaarheid als ik bij binnenkomst in de ontvangstruimte de donkerbruine krat zie staan, gevuld met de Zundert 8. Met deze heerlijke tripel, gekruid met onder meer lokale gagel, bekroon ik m’n tocht vanuit Hoek van Holland en de volbrenging van de etappe Mount St. Bernard – Zundert. Er is een groep mensen uit Winschoten, onder leiding van een predikant. Het is prettig hen te kunnen spreken, na een dag die grotendeels met stilte is gevuld. Een tweede Zundert 8 vervult mijn dag.  

De volgende ochtend laat ik de eerste dienst van vandaag, de nachtofficie van 4.30 uur, aan me voorbij gaan. Ik kan de rust goed gebruiken. Na het ontbijt en de dienst van acht uur schrijf ik mijn dagboek bij en loop naar het poortgebouw, waar stipt om half elf broeder Christiaan aankomt. We hebben een prettig gesprek, over de uitdagingen in de wereld der trappisten en over het ontstaan van mijn Tour des Trappistes. Na het overhandigen van  beide Engelse trappisten stelt broeder Christiaan voor om samen een Quintus te proeven. Bij het openen komt de Quintus onstuimig uit de fles, maar als de glazen zijn ingeschonken proeven we beiden een typisch Engelse ale. Het heeft een moutige neus, een zachte bitterheid, wat zoet aan het einde en niet teveel koolzuur. Dan zegt broeder Christiaan dat hij bijna moet gaan, het is kwart voor twaalf. Ons gesprek heeft ruim een uur geduurd, en die ging ongemerkt snel voorbij. Ik voel me prettig in de abdij, het ritme van de diensten en de maaltijden samen geeft vastigheid, en daarmee rust.

 

 

Na de middagdienst is er de warme maaltijd. Aardappelen, andijvie en voor de liefhebber, het nieuwe refterbier, de Zundert 4. Een fris en aangenaam blond bier, met een dorstlessende lichtheid. In de abdijwinkel is deze gelukkig ook te koop, naast zijn grote broers de 8 en de 10, respectievelijk de tripel en de quadrupel.

Plaats een reactie