Een reactie plaatsen

Tour des Trappistes: van Hoek van Holland naar Mount St. Bernard

In het kader van de Tour des Trappistes, de pelgrimage die alle brouwende trappistenkloosters in Europa met elkaar verbindt, hebben Henk Aernoudts, Arno Leenen en George Nelis een deel van de etappe Zundert – Mount St. Bernard gewandeld. Hieronder volgt hun relaas van de aankomst bij de abdij.

Kort nadat we bij het guesthouse van Mount St. Bernard, het trappistenklooster ten noordwesten van Leicester, aangebeld hebben, doet father Nicolas open en schudt ons glimlachend de hand. We vertellen kort over onze wandeltocht, die ongeveer twee weken geleden in Harwich is begonnen, na een overtocht vanuit Hoek van Holland. Gedurende deze twee weken hebben we meerdere delen van Engeland doorlopen, zoals het glooiende landschap tot Cambridge, daarna tot ongeveer Peterborough het vlakke en laaggelegen gebied The Fens, nota bene in de 17e eeuw met hulp van de Nederlander Cornelis Vermuyden drooggelegd en vervolgens de heuvelachtige streek tot Leicester, begeleid door meerdere rivieren zoals de Stour, de Cam en de Nene.

Father Nicolas leidt ons over het rustige terrein en door de abdijkerk en verhaalt over de geschiedenis van het in 1835 opgerichte klooster, vooralsnog het enige trappistenklooster in Engeland. Het is ontroerend als hij over zijn roeping vertelt en over de innerlijke rust die hij vanaf toen mocht ervaren.

 

Graag hadden Henk en ik een of meer dagen in de abdij verbleven, om zo wat meer van het leven van de monniken mee te kunnen maken, maar op last van de brandweer is het guesthouse tot nader order gesloten.
Als we bij de parkeerplaats aankomen, komt Peter Grady net aanrijden. Hij is de manager van de brouwerij, en met een kop koffie in zijn linkerhand – het leven van een jonge vader kent korte nachten – neemt hij naadloos de rondleiding van father Nicolas over. Enthousiast voert hij ons over het uitgestrekte terrein, waar de vervallen veestallen op termijn een nieuwe bestemming zullen krijgen. Leunend op een hek wijst hij ons het veld aan waaraan het trappistenbier zijn naam Tynt Meadow ontleent. Als ik Peter vraag of er een nieuw en wellicht blond bier in de maak is, kijkt hij me bevestigend aan, maar meer details wil hij vooralsnog niet prijsgeven. In de brouwerij vraagt Peter daarom ook of we de gele sticker op een van de brouwketels niet willen lezen.

Het gaat goed met de brouwerij, er is meer vraag dan dat er wordt gebrouwen en aldus kan er een faire prijs gevraagd worden om de brouwerij, die vanaf 2018 bestaat, langzaam te laten ontwikkelen en, het primaire doel, het leven van de monniken en de abdij te ondersteunen.
Dan stelt Peter voor een kleine Tynt Meadow proeverij te doen, met bieren die qua ouderdom variëren van twee maanden tot drie jaar. Hij opent een fles van de jongste van de klas, en schenkt deze in de glazen, waarvan de subtiele verticale streepjes verwijzen naar de drie ramen boven de hoofdingang van de abdijkerk.

Het jongste bier kenmerkt zich door een ruwe bitterheid en is nog wat hard van smaak, als een onbewerkte diamant die nog geslepen moet worden. Hoe groot is het verschil met de Tynt Meadow van twee jaar, die al veel meer rondheid en een volwassen balans tussen bitter en zoet in zich draagt. En bij de eerste slok van de driejarige sluiten mijn ogen zich langzaam, en meen ik zelfs iets van de Rochefort 8 te herkennen.
“Zal ik jullie wat flesjes meegeven? Voor thuis.”, aldus de genereuze Peter. Helaas keren we per vliegtuig en zonder ruimbagage huiswaarts. Wellicht dat we nog eens terug komen, als het guesthouse weer op orde is. Dan kunnen we meer van het leven ín de abdij tot ons nemen, en meteen kennis maken met het nieuwe bier.
Als het bijna tijd is om te gaan, haal ik een Zundert Quadrupel uit m’n rugzak en overhandig deze stevige trappist, die de gehele reis van Harwich naar Mount St. Bernard heeft meegemaakt, aan Peter. Als we later dit jaar het nu nog ontbrekende traject Hoek van Holland – Zundert zullen wandelen, zal er een flesje Tynt Meadow meeliften. Zou het nieuwe blonde Mount St. Bernard bier voor in de refter bestemd zijn, net als de kort geleden gepresenteerde Zundert 4?

Peter wil ons wel naar het treinstation in Loughborough brengen. Zijn sportieve rijstijl gecombineerd met onze neiging om rechts te rijden, doet me af en toe naar de handgreep boven me grijpen. Ook zijn hulp bij de kaartjesautomaat is, terwijl de minuten wegtikken, van onschatbare waarde. En gelukkig komen we er zelf achter dat we, terwijl onze trein zich al aankondigt, op het verkeerde perron staan. In de trein maakt het niet uit waar we gaan zitten, dat mag links én rechts.

 

Plaats een reactie